#KIBHKFVSKOISKIMFCTBHKMMMWIK (album 51 en 52)

19 december 2017 - Te Anau, Nieuw-Zeeland

Broodjes knakworst met tomatenketchup, mosterd en aiolie, vijf kano’s, een chocoladereep, kroepoek, rijstwijfels met chilikruiden, Oreokoekjes en een blik spaghetti. Dat is zo ongeveer wat we deze ochtend en middag gegeten hebben. Zonder kauwen en zonder pauze. In bed. In een gisteren schoon opgemaakt bedje welteverstaan. Daar is weinig van over gezien we al een uur 19 bedlegerig zijn en niet zo secuur onze voeding naar binnen hebben gewerkt. Viktor heeft wat te verduren met ons af en toe. Maar soms heb je dit soort dagen gewoon nodig. Dagen vol smerig eten, maximale luiheid, maximaal stinken en foute series als Californication. Hank Moody geeft ons gewoon het slechte voorbeeld en wij zijn nou eenmaal mega beïnvloedbaar en uiterst volgzaam op dagen als deze. Het regent, we zijn weer herenigd na vier dagen afgezonderd van elkaar geweest te zijn en we hebben nou eenmaal niet meer inspiratie dan dit. Noem het een terugval, noem het een herbeleving van de Blacklistperiode, noem het negatieve symptomen, maar het is wat het is. Rond 17.00 uur herpakken we ons, we weten ons naar de douche te slepen wat ons weer wat meer op het rechte pad brengt. Met de haren netjes gekamd en de tanden gepoetst -ik was bijna vergeten hoe dat moest- gaan we op pad voor de broodnodige boodschappen, gezien we vanmorgen zonder pardon onze halve voorraad opgeschranst hebben. De rest van de voorraad had Thomas al mee tijdens de Keplertrek, een vierdaagse wandeling door Fiordland National Park. Helemaal in zijn alleentje, Thomas vindt het leuk om iets zonder mij te doen (unbelievable!) en ik heb zin om verhalen te gaan schrijven op de camping of langs het meer. De echte reden is stiekem dat ik het niet zitten om vier dagen te wandelen door de bergen, gezien ik na vier uur al loop te hijgen als een paard en na zes uur het uitzicht mij al gaat vervelen. Een uitzicht waar je U tegen zegt overigens, want de foto’s die Thomas achteraf laat zien liegen er niet om. De bergen, het meer en de besneeuwde bergtoppen zijn wederom een plaatje. Zelfs naar het toilet gaan is daar dubbel genieten, ‘Poo with a view’. Nu moet ik zeggen dat het toiletbezoek op mijn camping overigens ook best vermakelijk is. De Chinezen deppen/slaan heel consequent zich in hun eigen gezicht (echt elke ochtend zie ik het weer), knippen hun eigen pony’s bij (kaarsrecht dat dan weer wel) en ze föhnen hun voeten (wat?!).

Thomas is overigens niet helemaal alleen tijdens de trek, in de hutten slapen ongeveer nog twaalf anderen en bovendien zijn er nog zo’n 25.000 zandvliegjes en een paar Kea’s die Thomas bezig weten te houden. Kea’s zijn bergpapegaaien die graag rubber eten en zijn slimmer dan jij en ik samen. Een van de rangers (die elke avond de hutten controleert of iedereen gearriveerd is en die je kan helpen als het nodig is) vertelt dat de Kea’s soms een file veroorzaken om aan eten te komen. Ze zetten dan oranje pionnen midden op de weg zodat de auto’s stoppen. Vervolgens tikken ze dan net zo lang op de ramen van de auto’s totdat ze eten krijgen en zo niet, dan eten ze het rubber rondom je deuren op. De wegwerkers hadden pas na een lange tijd door hoe het toch kon dat er steeds een file ontstond… Briljant toch?! De zigeuners bij de stoplichters in Parijs zijn er niks bij. Ik heb het ook een paar keer geprobeerd, maar het was geen succes. De wegwerkers hadden me snel door, de autobestuurders gaven me geen eten en riepen lelijke dingen naar me en ik vond het rubber nou niet bepaald een delicatesse. Een complete farce dus.  

Een cruise door de Milford Sound, een pareltje van Nieuw-Zeeland. Een van de mooiste (daar is ie weer) dingen die je hier op het zuidereiland kunt doen. Je vaart langs de immense Mitre peak -de hoogste fjord hier in Fiordland NP-, de vele watervallen en met een beetje geluk zie je zeehonden, dolfijnen en pinguïns. Of je ziet niks. En met niks bedoel ik niks, geen hand voor ogen, noppes. Het regent harder dan de grond aan kan en de mist is nog dichter dan als een winkel zonder openingstijden. Dus geen cruise voor ons, eigenlijk hebben we een paar uur voor Jan Lul hier naartoe gereden. Maar de koffie in het informatiecentrum was wel lekker zullen we maar zeggen. En we moeten weer snel terug want de kans is groot dat ze de weg afsluiten vanwege landsverschuiving o.i.d. en dan is er geen weg meer terug, letterlijk. Sowieso is de luxe op de terugrit ver te zoeken en de risico’s des te meer aanwezig. De radio heeft het begeven, de remmen sputteren tegen, de remlichten hebben het leven gegeven en de ruitenwissers hebben wat meer aansporing nodig dan gebruikelijk. Wat inhoud dat ik om de zoveel kilometer de auto uit moet -in de stralende regen- om die krengen een zetje te geven. Ondertussen pikken we een totaal verzopen lifter op, we konden de arme ziel daar niet laten staan. Naast dat hij stinkt en niet ophoudt met praten, is het matras zeiknat aan het worden. Afijn, ik pak mijn kans voor een goede powernap en gun Thomas een conversatie op niveau.
Eenmaal terug in de bewoonde wereld van -zonder regen en met een zonnetje- gaan we op zoek naar een garage die Viktor ‘ns goed onderhanden kan nemen. Helaas zijn alle autodokters vrij op zaterdagmiddag, dat worden dus nog avontuurlijke ritjes de rest van het weekend. Het avontuur zit ‘m niet alleen in Viktors gebreken, de Southern Scenic route leidt ons langs bijzondere taferelen. Het begint met een traktatie op een dode duif, een complete puinhoop van veren, bloed en een verloren snaveltje verspert onze wandelroute naar wat suffe bomen. Verder zien we zeehonden tussen kipnuggets zwemmen, zien we een tuin vol theepotten -heul veul theepotten-, rijden we ineens door de sneeuw richting Invercargill waar we dé watertoren bekijken (uit de raampje/auto want het regent ten slotte), eten we geen oesters in het daarom bekendstaande Bluff -alle oestershops zijn dicht op zondag- en belanden we in zigeunercaravan vol met bizarre creaties. Dat laatste is een absolute hoogtepunt van deze route. Tussendoor laten we Viktor oplappen, dus karren we weer al zingend, wissend en remmend door naar de oostkust. Op naar de pinguïns en zeeleeuwen!

We zetten direct hoog in en gaan voor de meest zeldzaamste pinguïns die er zijn, de yellow eyed penguins. Maar de hamvraag is vooral of zij ook voor ons gaan. Als ware broedvogels nestelen we ons op een beschut plekje in de duinen. Nu is het wachten, heel lang wachten en bidden. Terwijl we wachten worden we entertaint door de grote zeeleeuwen die voor ons op het strand liggen. Dolfinarium gaat live. Ze doen niet veel, maar áls ze bewegen is het een vermakelijk gezicht. Dat is overigens niet altijd het geval, een traumatische herinnering van zeven jaar geleden komt bij me naar boven…

Een dinsdag in december van 2010. Ik loop over een verlaten strand ergens in NZ, de schemering maakt al snel plaats voor duisternis. Dat gaat rapper dan ik dacht en ik heb geen zaklamp bij me. De zee buldert angstaanjagend, ze spuugt haar golven met bruut geweld uit over het strand. De stevige wind blaast de haren voor mijn gezicht als ik me een weg baan over de rotsen. Nog een klein stukje en dan ben ik weer bij de auto, net op tijd voordat ik helemaal niks meer kan zien. Nietsvermoedend stap ik op een grote rots als ik ineens een oorverdovend harde brul hoor. Een grote kop komt omhoog en voor ik iets kan doen sta ik oog in oog met een gigantisch monster. Een monster die duidelijk niet blij is met mij. En ik niet met hem. Nog sneller dan de pr van Daphne Schippers ren ik weg, het strand over, weg van het gevaar. Ik gil de longen uit m’n lijf en pas na tien seconde durf ik achterom te kijken of ik gevolgd word. Dat is godzijdank niet geval. De zeeleeuw is weer getransformeerd in een rots en slaapt waarschijnlijk rustig verder. Mijn hartslag zakt weer tot een leefbaar ritme en m’n gesnik verandert langzamerhand weer in een normale ademhaling. Stond ik zojuist nou op een zeeleeuw? Wat een lomperd ben ik toch.

Weer terug in 2017. De hoofdact van deze avond is overigens niet veel vriendelijker en bestaat uit het opeten van de vrijwilliger die ze even komt begroeten en wat dingen over hen noteert. Arme man, maar de foto is goed gelukt. Lucky shot.
Zo’n anderhalf uur later hebben de pinguïngoden onze gebeden verhoord als we ineens twee koppies boven de golven uit zien komen. Even denken we dat het aalscholvers zijn, maar de gele vlekken rondom hun ogen verraadt hen. Fantastisch! Eindelijk, wat een geluk. Een voor een waggelen de mannetjes in hun driedelig kostuum de zee uit, zo schattig gezicht. Ze roepen naar hun vrouwen -die ergens hoog in de rotsen op hun nest zitten- en wachten op hun antwoord. Wat ze vertelt of de kust veilig is. Maar het blijft stil aan de kant van de dames. Toch beginnen de heren alvast aan hun laatste stukje naar huis. Een flinke beproeving, want de rotsen zijn behoorlijk steil. Net als in een tekenfilm klimmen ze drie meter naar boven om er weer twee naar beneden te glijden. Wij lachen erom, wat een knullig gezicht! Al struikelend, glijdend en waggelend komen ze steeds een stukje hoger. Ik doe het overigens niet veel beter als we terug naar de auto lopen. Tering hee, dat valt ff tegen om in het rulle zand zo steil naar boven te lopen. Maar wat was het de moeite waard, zo bijzonder om die beestjes een keer in het echie gezien te hebben!

Het is al laat als we nog opzoek moeten naar een camping. We vinden een prima gratis plekje vlakbij het centrum van Dunedin. Ok, er mogen maar maximaal maar drie campers staan en wij zijn nummer vijf. En ok, je moet zelfvoorzienend zijn en Viktor is allesbehalve dat. Maar goed, we zullen niet naast de auto kakken en ons netjes gedragen. Toch liggen we het eerste half uurtje niet zo heel lekker, bang dat we worden weggestuurd of misschien zelfs een boete krijgen. Het laatste half uurtje is trouwens ook niet zo heel comfortabel. Ik moet stralen als een moederbeer en het is te licht en te druk om in de bosjes te gaan. Gelukkig is de oplossing nabij. Met Thomas nog achterin liggend, rij ik als een soort ambulance naar de supermarkt om de hoek. En de supermarkten in Nieuw-Zeeland zijn top. Ze hebben allemaal een wc, zijn al om 7.00 uur open en hebben gratis supersnelle wifi. Eigenlijk is het een heel groot toiletgebouw waar je toevallig ook je boodschappen kunt doen. En dat is precies wat ik nodig heb nu. In m’n slaapkostuum, m’n haren alle kanten op en met de toilettas onder de arm loop ik door de supermarkt naar het toilet. Ik incasseer alle verbaasde blikken en loop triomfantelijk recht op m’n doel af, de nood is hoog. Tijdens m’n ochtendstorting haal ik de berichtjes op mijn telefoon binnen, ideaal. Gezien er ook een wastafel is -je moet altijd voor het invalidetoilet gaan-, poets ik m’n tanden en haal ik m’n natte lap weer ‘ns tevoorschijn. Fris en fruitig los ik de popelende Thomas af en ruim ik op m’n gemakkie Viktor op. Onze hebben en houwen stal ik uit om de boel opnieuw te ordenen. Het is ervaring/attractie an sich om dat midden op de parkeerplaats te doen. Even later is ook Thomas weer leeg en opgepoetst en ontbijten we met de zojuist gehaalde verse broodjes. Een betere camping kunnen we ons niet wensen. Een stukje verderop vinden we een toiletgebouw waar Viktor in past -we vonden het wat ongepast om met Viktor de supermarkt in te gaan- en zetten we hem onder de douche. En als ook hij voorzien is van de nodige brandstof is de hele familie klaar om het centrum van Dunedin te gaan verkennen.

Hoewel we Viktor achterlaten in de crèche, hij past ten slotte toch niet in de kerk, het station en in de winkel met cassettebandjes. Jep inderdaad, ik zei een winkel met cassettebandjes. Dit is het enige stukje tekst dat ik niet aan m’n oma hoeft uit te leggen. We kijken onze ogen uit, een spontaan stukje nostalgie doemt hier zomaar ineens op. Hoopvol ga ik opzoek naar ‘Trappelzak Boogie’ en ‘De Ministars’, maar gek genoeg zijn beiden hier niet te verkrijgen. Wat een waardeloze zaak joh. Zullen de cassettebandjes überhaupt ooit hun herintreden in deze wereld gaan maken vraag ik me af? Wie weet, misschien dat de hipsters onder ons hier wel een markt in gaan zien. Bretels, snorren, grote brillen, te korte (tuin)broeken, hoge sokken en cassettebandjes, ja dat past prima in het rijtje thuis. Voorlopig houden wij ons heel old school bezig met het spotten van streetart, homemade burgers en een rondleiding in een bierbrouwerij, dat is pas hipster. Zeker als je ziet hoe Thomas erbij loopt, met oranje hesje, muts, een megabril en dan ook nog die baard. Joow.

Als we Viktor opgehaald hebben gaan we met hem naar de speeltuin, in de vorm van de steilste straat van de wereld, de Baldwinstreet. Op een bordje staat dat zware auto’s niet naar boven mogen/kunnen rijden. Valt Viktor daaronder? Geen idee. Maar dat hij niet de sterkste meer is, staat vast. Des te meer voelt Thomas zich uitgedaagd om het te gaan proberen. Onder toeziend oog van tientallen omhooglopende Aziaten en andere toeristen trapt Thomas vol op de staart. Kom op maatje, je kunt het. De motor draait op maximale toeren en de banden beginnen hun protestgeuren af te geven. Soms lijkt ie de strijd op te willen geven, maar keer op keer herpakt ie zich -tot grote teleurstelling van leedliefhebbers langs de weg- en weet ie de eindstreep te halen. Yes, we made it! Zo trots als een pauw op Viktor doen we de ‘drive of fame’ terug naar beneden, onder een luid applaus van de toeschouwer, sportief. Onoverwinnelijk bedanken we al zwaaiend ons publiek, zonder hen we nergens.
Viktor heeft zijn rust wel verdiend, dus we parkeren hem op dezelfde camping als gisteren. En laat deze camping nou de parkeerplaats zijn van een pub, waar vanavond een pubquiz op het program staat. Een pubquiz waarbij we maximaal falen, geen enkele zinnige bijdrage hebben aan ons toch al waardeloos team. Maar we hebben lol en gratis friet, niets te klagen dus.
Omdat we gisteren niet gesnapt zijn en ons het leven als illegale kampeerders best goed afgegaan is, hebben we vandaag meer vertrouwen -wat eigenlijk nergens op slaat- en slapen we als een roosje. Als we wakker worden mag Thomas de ambulancechauffeur spelen en ik de patiënt en verheugen we ons alweer op het te grappige supermarkt-ochtendritueel dat zo komen gaat.

Vandaag hopen we blauwe pinguïns te spotten in Oamaru, waarvoor we ongeveer 50 km richting het noorden moeten rijden. Maar de grappige waggeleenden laten zich pas rond 21.00u zien, dus voorlopig vermaken we ons met wat attracties onderweg.
Een hoop toeristen staan te staren naar wat grote ronde keien op het strand. Er valt niet veel te zien, maar het feit dat niemand weet hoe die keien daar zijn gekomen maakt ze populair. We zijn bij de Moeraki boulders, de hunebedden van Nieuw-Zeeland (na-apers). Maar deze zijn levensgevaarlijk, want als ik een beetje te dichtbij kom word ik ineens opgeslokt door zo’n joekel. Met mijn benen in de lucht probeer ik om hulp te seinen. Maar niemand doet wat. Ja, Thomas maakt foto’s en twee Aziaten staan schaapachtig toe te kijken, geen idee wat ze overkomt. Nou, ik weet pas niet wat me overkomt, dus peuter die luie vingers los van je dikke Canon en redt mij! Gelukkig weet ik mezelf los te wurmen en ontsnap ik aan de hongerige kei. Gekheid joh.
Tegen de schrik mag ik een lekker stukje kaas uitzoeken bij de kaasboer in het volgende dorp. Alle soorten mogen we proeven, waaronder de ‘Smoothie Smokey Tania’. Nooit geweten dat m’n Spaanse schoonzus in haar vrije tijd een stuk kaas is. Zo kom je nog ‘ns ergens achter. Als schoonzus vind ik haar leuker dan als kaas btw, die smaakt me namelijk niet zo best.
De leukste -spontane- attractie van de dag is het oppikken van een bijzonder lifter, een lifter ‘met mogelijkheden’ hoor je geloof ik tegenwoordig te zeggen. Een vrouw van formaat kerstelf, met wollen muts, lilakleurige jas met bontje, afgetrapte nikes en de manieren van een peuter, stapt in. Althans, nadat ik de deur voor open heb gedaan en haar een zetje geeft, anders had ze daar nog gestaan (en ik nu geen goed verhaal). De beste dame moet duidelijk weinig hebben van een sociaal praatje en als ze de vragen van Thomas zat is, laat ze lekker comfortabel achterover op het bed vallen. Tuurlijk vrouw, voel je thuis, voel je vrij. Af en toe komt ze overeind om een monoloog van één zinnetje te starten. Zoals “Hier naar links” en “Bij de McDonalds moet ik eruit”. Tot uw dienst, wij dragen graag bij aan uw toch al te dikke pens, anders nog iets? Dit denken wij overigens alleen, want van ons wordt duidelijk geen mondelinge reactie verwacht, wij moeten vooral uitvoeren. Wat wij natuurlijk braaf doen. Als de passagier bij haar eindbestemming is, wil ze al uitstappen voordat de auto stilstaat. Maar ik ben vooral verrast dat ze überhaupt wist hoe de deur opengemaakt moet worden. Dichtdoen is overigens een grotere moeite, want onze klant blijkt in de kerk geboren te zijn. Zodra ze ons niet meer kan horen schieten wij zo hard in de lach. Wtf was dit joh! Achter de McDonalds zien we iets van een instelling zitten en de puzzelstukjes vallen direct op z’n plek (niet dat dat nodig was).
Onze lifter is trouwens niet de enige die vandaag enige een uitje had, want ’s avonds bij de pinguïn-spot zien we meer mensen met mogelijkheden. Een van hen zit midden op het spoor onverstaanbaar te zingen en heen en weer te wiegen met een Ipad in haar handen. Laten we hopen dat er geen trein aankomt, dat geeft zo’n puinhoop. De andere staat op zijn mauw te kauwen en wat op z’n benen en weer te hupsen. De derde gaat een keer of 100 het busje in en uit, ach ja ieder zijn hobby. Ik bestudeer dit tafereel een klein uurtje, maar tot op heden kan ik nog steeds de mogelijkheden van deze mensen niet ontdekken. Ik kom tot de conclusie dat dat maar een achterlijke uitdrukking is die weinig zoden aan de dijk zet. Het zijn wat mij betreft gewoon lijpo’s met ongetwijfeld een goed hart -in ieder geval beter dan de mijne- die genieten van wat ze doen (althans dat hoop je dan). Heerlijk toch. Maar ‘met mogelijkheden’? Kom op zeg.

We moeten nog een paar uur overbruggen voordat het grote pinguïnballet begint en we moeten nog eten, dat treft. Wortelen met vis staat er op het menu. Lekker Hollands. Al mis ik het overheerlijke vissausje van m’n moeder wel.
Even denk ik dat ik al een blauwe pinguïn op de kade zien. Maar als ik beter kijk, blijken het de blauwe bevroren benen van een Chinees die er al een paar uur moet staan. Ze is niet alleen, haar vrouwelijke mede chinezen staan ook in een korte rok te blauwbekken in de kou. Hoe toepassen ‘blauwbekken’ nu ook lijkt, dit is toch gestoord?! Waarom zou je met min zes in zulke kledij buiten gaan staan? Wellicht willen ze zich maximaal aanpassen aan de omgeving, dat voor een Chinees dan weer uitzonderlijk is.
Afijn, uiteindelijk is het zover. Het is bijna donker als de pinguïns het wel weer zat zijn in de zee en hun slaapplek op land gaan opzoeken. In kleine groepjes komen ze het water uit en wagen ze zich aan de grote oversteek. De waaghalzen kiezen voor de weg, de rest gaat voor de veilige tunnel. Deze blauwe pinguïns zijn een stuk kleiner dan de geel oog variant die we gisteren zagen, maar minstens net zo schattig.

Einde.

Liefs van ons




Hoi oma, sorry voor het stomme einde, maar soms is het moeilijk om er een einde aan te breien. En ik ben sowieso al niet zo goed in breien. 

- #KIBHKFVSKOISKIMFCTBHKMMMWIK = afkorting/ de eerste letters van:
kroepoek in bed, Hank Moody, föhngedroogde voeten, sneaky Kea's, ochtendritueel in supermarkt, koffie in Milford Sound, cassettebandjeswinkel, Trappelzak Boogie, hongerige keien, mensen met mogelijkheden, waggeleenden in kostuum

Ik kon niet kiezen wat voor titel ik zou nemen, dus heb ik het maar afgekort.

- Californication = een televisieserie over een schrijver die weinig bakt van zijn leven. Neemt weinig verantwoordelijkheid voor wat dan ook en doet maar waar hij zin in heeft. Net zoals Thomas en ik eigenlijk.

- Hank Moody = zo heet die schrijver van Californication en stiekem de liefde van m’n leven (niet tegen Thomas zeggen hoor). Deze acteur was vroeger al mijn held in de serie ‘the X-files’ waar ik op donderdag graag met Rob keek.

- Unbelievable = ongelofelijk/ raar maar waar/ toch niet te geloven

- Poo with a view = poepen met een uitzicht

- Powernap = een dutje/ uiltje knappen

- Kipnuggets = kleine gefrituurde snacks van kip. In dit geval lijken de rotsen in de zee op deze snacks en deze baai wordt daarom ‘nuggetpoint’ (nuggetpunt) genoemd.

- Stralen als een moederbeer = Thomas’ (en inmiddels ook de mijne) variant op ‘plassen als een reiger’

- Old school = een term om een periode te duiden, in de geval een verwijzing naar de jaren 90

- We made it! = We hebben het gehaald!

- Drive of fame = komt van ‘walk of fame’, een straat waarin filmsterren hun voet- of handdrukken in bronzen platen hebben gedrukt. Een eerbetoon dus.

- Canon = een merk van een fotocamera

- btw = afkorting van ‘by the way’ en betekent ‘trouwens’

- wtf = afkorting van ‘what the fuck’ en betekent ‘in hemelsnaam’ (ok, het is wellicht een beetje een vrije vertaling, maar het gaat om het idee)

- Ipad = een tablet, oftewel een minicomputer (zo’n plat scherm waar tegenwoordig alles mee gedaan wordt)

Foto’s

6 Reacties

  1. Je broer:
    19 december 2017
    Walk of fame is toch als je met toiletrol onder je arm naar het toiletgebouw paradeert?
  2. Ellen:
    19 december 2017
    Nee m'n broer, dat is de walk of shame
  3. Monique:
    19 december 2017
    Haha, heerlijke verhaal en die foto's van die vrouw met 'mogelijkheden' en val in kei zijn hilarisch :)!
  4. Linda:
    19 december 2017
    Als de titel KIBHK is, denk ik gelijk aan werk hoor....Ik denk die komen terug :-)
    Maar pinguïns zijn ook leuk. Enne het verhaal van de kea gelooft natuurlijk niemand...
    Wanneer gaan jullie naar het volgende land?
  5. Elly:
    23 december 2017
    Gele blauwe pinguins zeeleeuwen mensen met mogelijkheden, het kan weer niet op zeg.
    Gelukkig niet verzwolgen door die kei anders hadden we dit verhaal niet meegekregen.
    Snap heel goed dat Thomas er af en toe een paar dagen tussen uit moet. 🤔😛
    Geef je adres ff door dan stuur ik een bakkie saus op 😋
    Liefs vanuit Giessenburg 😍😘
  6. Arie:
    25 december 2017
    Heb er wederom van genoten. Wens jou en Thomas fijne Kerst, en kijk uit met vuurpijlen tijdens dkjw ( de komende jaarwisseling )