Drie eilanden van Maleisië (album 28, 29, 30)

11 augustus 2017 - Perhentian Islands, Maleisië

Het geroep op het busstation in Georgetown klinkt als een groep krolse katten die nog sneller miauwen dan ik praat. In werkelijkheid zijn het dames die buskaartjes proberen te slijten aan iedere voorbijganger. Er zijn tientallen loketjes -opgeleukt met kleurtjes en letlampjes- elk vergezeld met zo’n gretige omroepster. Alle bestemmingen van de desbetreffende buslijn worden in een sneltreinvaart en op monotone wijze de vertrekhal ingegalmd. Halen ze tussendoor überhaupt adem? Daar doorheen klinkt een -wederom monotone- mannenstem die de vertrekkende busnummers met de daarbij horende tijden in een microfoon opdreunt. Holy moly wat een aankomst op het eerste eiland van Maleisië. Wij zijn hier net aangekomen, dus nee, wij hoeven geen kaartje te kopen en nee we zijn ook niet geïnteresseerd in de vertrektijden van de rest en ja, we willen wifi om onze Uber te bestellen, en damn, er heeft een fles shampoo gelekt in mijn tas. Er zijn maar weinig situaties waarvan ik stressvoller van raak -op de ‘berg’beklimming en een kinderverjaardag bij mijn zus na. Er is geen wifi, er zijn wel servetjes. Eerst die tas maar ‘ns provisorisch redden.
Bij een hotelletje aan de overkant mogen we gebruik maken van de wifi en enkele minuten later zitten we in de taxi naar ons guesthouse, even op adem komen. De hoge gebouwen flitsen voorbij -nou ja, eigenlijk flitsen wij voorbij de gebouwen-, er zijn vele auto’s en ik heb nog geen zee gezien. Niet bepaald een bounty eiland dus. Ons guesthouse ligt in een bruisende buurt met veel eetstalletjes, cafeetjes en is opgevrolijkt met street art. Het is een fijn sfeertje hier. En daar doet Thomas een schepje bovenop als hij dolblij en trots komt laten zien dat zijn baard al in zijn mond past! Als een klein kind showt hij meerdere malen zijn nieuwe mijlpaal en is vastberaden dat hij nooit meer afscheid neemt van zijn kinkleed. Nooit meer?! Hij verzorgt hem als de koning, wast en borstelt hem als nooit tevoren. Soms -op de zeldzame momenten dat ik chagrijnig ben- dan komt hij voor me staan, vouwt zijn baard weg onder zijn hand en dan ziet hij er zo anders uit. Ik schiet dan altijd in de lach. Het lijkt alsof er een derde van zijn gezicht wegvalt, een gekrompen Hobbithoofd. Ik ben zo aan die baard gewend geraakt, straks raak ik er nog aan gehecht…

Na een straat vol Indische baarden en geuren is het tijd om onze eerste echte attractie op dit eiland, naar een 3D fotomuseum. Met een Maleisische kaart is de toegangsprijs de helft, dus ik vraag waar we zo’n kaart kunnen kopen, kan ons een hoop geld schelen. Zowel Thomas als de baliejuffrouw kijken me verdwaasd aan. Wat? Blijkt dus dat het om een Maleisisch ID kaart te gaan. Tsss dat is racisme. Het museum sluit over twee uur, dus laten we gauw naar binnen gaan. Ik stel me een galerij voor met allerlei 3D foto’s en tekeningen en uitleg over die technieken. Het tegendeel is waar, tot grote spijt van Thomas dat hij met me mee is gegaan. We treffen allerlei decors waar we ons zelf in allerlei standen manoeuvreren zodat we zelf onderdeel worden van het decors. Dan moet er vanaf een bepaald punt een foto gemaakt worden en lijkt het dus ineens dat je wordt opgegeten door een enorme slang of dat je in een put met spinnen ligt. Ondertussen worden we gevolgd door een groepje medewerkers die ons nog extra aanwijzingen geven. Gezien er verder geen andere bezoekers zijn, krijgen wij de volle aandacht en ziet iedereen hoe Thomas op de vloer gaat liggen, met zijn benen omhoog, alsof hij op een grote golf surft. Dit doet hij uiteraard volledig tegen zijn zin in en zijn ergernis en ongemak groeit met de minuut. Tot overmaat van ramp flap ik er ook nog uit dat de foto niet is gelukt en het zou leuk zijn als hij iets meer kijkt alsof hij echt aan het surfen is. Met die opmerking heb ik onbedoeld een einde gemaakt aan dit o zo leuke fototourtje. Het rolletje is vol, de maat is vol, we gaan. Morgen mag Thomas kiezen wat we gaan doen, het is een slap goedmakertje waar ik voor nu mee weg kom.

Thomas kiest vandaag voor een scootertrip over het eiland en alles is weer vergeten en vergeven. Bij een ouwe baas met een lange sik en een nog langere jurk huren we de tweewieler. Het is in een knus boekenwinkeltje waar ze ook Nederlandse exemplaren verkopen. Na het invullen van de nodige papieren en het betalen van de borg gaan we op pad. Onze eerste bestemming is een heel steil treintje die ons naar het hoogste punt van het eiland brengt. We hebben er een prachtige view over de stad en we zien eindelijk de zee. Ook zijn hier grappige zwarte apen met een wit gezichtje, het zijn net clowntjes. De zee lonkt naar ons, het is een warme dag en we hebben dorst. De perfecte ingrediënten voor een frisse duik en een cocktail op het strand. Ondanks dat er vele kwallen zijn ben ik toch het water in gegaan. Maar bij elk dingetje wat ik onder water voel heb ik het idee dat het een kwal is. Binnen no-time sta ik dus weer op het droge. Thomas dobbert rustig door en komt er pas uit als zijn cocktail geserveerd wordt, tja, ieder zijn eigen beweegredenen.
Langs de kust met witte strandjes en palmen rijden we terug naar Georgetown met zijn hoge gebouwen. Het lijkt wel of we op/in Miami rijden, denk ik, ben er nog nooit geweest. Maar dat ik hier niet in een jurkje flaneer voelt als een gebrek, dus koop ik ‘s avonds voor een habbekrats een jurkje die ik meteen aan doe in de wijnbar waar we de avond eindigen. In het toilet kleed ik me om, loop naar die leuke man met blauwe ogen en een rode baard. “Jij moet Thomas zijn?” “Jazeker, jij bent dan Ellen, wat zie je er mooi uit, flesje rood bestellen?” De avond is aan, de glazen zijn vol en wij op ons best.

De volgende ochtend is er sprake van iets minder harmonie als we besluiten dat we allebei iets anders gaan doen. Ik ga een dagje in een cafeetje hangen met airco om een verhaal te schrijven. Thomas gaat met de scooter naar het zuiden van het eiland om zijn eigen verhalen te beleven. Met een tempel vol (gedrogeerde) slangen en een bezoekje aan een farm met heel bijzonder fruit heeft hij een beduidender spannender dagje dan ik. Als Thomas terugkomt stinkt binnen een seconde onze hele kamer, eigenlijk het hele hotel, naar een penetrante ranzige geur. “Wat je ruikt, is een cadeau voor jou” zegt hij vervolgens doodleuk. Heeft ie nou een paar dode zongedroogde katten voor me heeft meegenomen? Bedankt. Het is gelukkig geen stoffelijk overschot, maar een onschuldig stuk fruit, genaamd durian. Een stekelig apparaat van basketbalformaat om precies te zijn. Niet kapot te krijgen dat ding, maar het moet snel open want het is nog maar een twee uurtjes eetbaar. Na veel gehannes en gehak lukt het uiteindelijk om bij het vruchtvlees te komen. Net als de eerste keer dat we het aten vind ik het nog steeds niet lekker. Thomas kan het al meer waarderen, maar de hoteldude -die op de geur van zijn lievelingsfruit is afgekomen- gaat er op los. De nasmaak is bijzonder en je boert het de hele dag nog op, net als na het eten van knoflook en rauwe ui. Dat je er een hele dag van (na)geniet mag voor die prijs ook wel, zo’n vies ding kost ongeveer 15 euro. Gezien we na deze aankoop door onze dagbudget zijn, eten we in de avond op een lokale markt waar ik een frikandel speciaal look-a-like vind. Weliswaar zonder uitjes, maar wel op een stokje! Iedereen weer blij.

Minder blij ben ik als ik een Russische man een leeg pakje sigaretten zo de zee in zie gooien. Ik schud m’n hoofd en scheld hem -ietwat impulsief- uit “fucking asshole”. Dat doe je toch niet?! Nog onder de indruk van de documentaire ‘Plastic Ocean’ maak ik hem hysterisch duidelijk dat hij aso bezig is. Het interesseert hem geen reet en gooit de verpakking van zijn nieuwe pakje er zo achteraan. Wat een debiel joh, het liefst voer ik hem aan de haaien. Het is zo prachtig hier, onderweg naar het volgende eilandje Langkawi. De zee is blauw, piepkleine onbewoonde eilandjes, hier en daar een springende dolfijn en dus tientallen kilo’s drijvend plastic wat daar niet thuishoort. Het is confronterend om te zien dat er zoveel plastic in de zee belandt.

De keuze is reuze, een container vergezeld met drie ronkende mannen of een rioolbuis. Ik heb weleens tussen betere slaapplekken mogen kiezen. Het wordt optie één, de goedkoopste. Spijt als haren op mijn hoofd -ik heb nooit gedacht dat ik liever in een riool zou slapen- lig ik de halve nacht wakker. Ik kon toch ook niet weten dat een van onze roomies om drie uur ’s nachts bij het thuiskomen het licht aan zou doen, zijn schoenen tegen de wand aan zou smijten en vervolgens gaat liggen snurken? Geef mij dat riool maar. Zo gezegd zo gedaan. Thomas vist in een hand omdraai onze inboedel uit de container en flikkert het zo ons rioolsuite in. Wij zijn verhuisd, binnen de deadline. We moeten namelijk binnen het half uur in de auto zitten met een groep leuke mede-rioolers om het eiland te verkennen. Na een keurig bezoekje aan het eilandicoon de adelaar, een suffe -de zoveelste- tempel en een leuk boottochtje, slaan we rebels een onverhard landweggetje in. Terwijl we van onze chauffeur StepF de Australische slang leren (a bevie and a bouggie) hobbelen we rustig door naar het beloofde mooie witte strand. De weg wordt echter steeds smaller en de kuilen dieper. Als we bij een uit elkaar gereten stuk aarde uitkomen, besluiten we dat we niet verder kunnen. Maar het weggetje is niet breder dan de auto, dus keren wordt een uitdaging. Achteruit rijden is hier kansloos, dus dan toch maar keren met gevaar voor eigen leven. De auto van de andere helft van onze groep heeft er meer moeite mee, nou ja de chauffeurs dus. Meerdere chauffeurwissels (helaas geen gouden), een kapotte wieldop, een hoop gescheld uit hun auto en een hoop gelach uit onze auto verder, is het eindelijk gelukt. Voor een late lunch -of vroeg diner- komen we uitgehongerd aan bij ons favoriete Indisch restaurant Tomato’s. Geen tomaat te vinden op het menu, maar wel de heerlijkste curry’s en naanbroden voor maar een paar euro. De komende dagen zijn we hier minimaal twee keer dag te vinden.
Als we in bed liggen word ik helemaal lijp geprikt, dat wil zeggen lek geprikt waar ik lijp van word. Tijd voor een muggenjacht in ons riool. Het volgende tafereel is waarschijnlijk (hoop ik) herkenbaar voor velen. Je vangt een mug uit de lucht, je doet je hand open om te kijken of je hem echt gevangen hebt, vervolgens vliegt die mug ervandoor en je hoort hem denken “sukkels”. Alle strijdlust barst in mijn los en de vliegende duiveltjes worden een voor een eigenhandig koud gemaakt. Zo, welterusten.

Het zonnetje schijnt, het lekkere ontbijtje zit erin, tandjes zijn gepoetst, wij zijn klaar voor een dagje scooteren. We krijgen een scooter waarvan de banden nog kaler zijn dan het hoofd van mijn vader. Na wat gedoe krijgen we een scooter met banden met net zoveel groeven als de huid van mijn tante, zo zien we het graag. Wij zijn klaar voor een veilige leuke rit. Een rit die na ongeveer 230 meter al onderbroken wordt door een flinke hoosbui. Gauw vluchten we een koffietent in waar we even kunnen schuilen. Nou, laat dat even maar weg, want tot het einde van de middag blijft het met bakken uit de hemel vallen. Dat waren prachtige 230 meters. Er zit niks anders op dan flessen drank en troostvoer te halen en af te druipen naar ons riool. Ondertussen zing ik mijn -inmiddels wereldberoemde- zelfgecreëerde liedje. Met poncho aan, helm op mijn hoofd en midden in Tomato’s, zing ik uit volle borst; “Ja ik voel me happy, hoheeho, zo ontzettend happy hoheeho. Ik heb het reuze naar mijn zin de sfeer die zit er prima in, hoheeho.”  Terwijl Thomas de ballen uit zijn broek schaamt legt hij dit spetterende optreden vast. Het filmpje wordt uiteraard zeer gewaardeerd door het thuisfront en de hilariteit is compleet als het tweejarige dochtertje Jasmijn van mijn vriendin Eva dit filmpje bekijkt en het probeert na te doen… Wauw!

Het zonnetje schijnt, het lekkere ontbijtje zit erin, tandjes zijn gepoetst, wij zijn klaar voor een dagje bootje varen. Hopelijk hebben we nu meer geluk met het weer. Als slachtvee worden we gerangschikt, krijgen een sticker op onze borst geplakt en wachten rustig ons lot af. Na wat geroep en herpositionering van de bootjes, is het onze beurt om in te stappen. Uiteraard moeten we een zwemvest aan, het is ten slotte nog steeds Azië. Het mooiste van deze tocht is een stop bij een wit strandje met apen die spullen uit andermans tassen proberen te jatten, dat levert leuke beelden op. Als we terugkomen aan wal staat ons een bijzonder leuke verrassing te wachten; een schoteltje om neer te zetten met een belachelijke -tonguitstekende- foto van ons erop. Haha, truttiger wordt het niet, dus wordt dit souvenir met volle overtuiging gekocht. We krijgen in eerste instantie de verkeerde mee, met een foto van een ander stel -waarschijnlijk heeft de verkoopster zoveel medelijden met onze foto dat ze de boel nog probeert te redden.
Morgen is het Suikerfeest, ofwel einde van de ramadan, ofwel Hari Raya in het Maleisisch. We zijn uitgenodigd door een medewerkster van ons rioolhostel, ze heet Syuhada. Wat een ontzettend leuke en bijzondere uitnodiging! We besluiten een cadeau voor haar te kopen. Ook gaat Thomas voor de gelegenheid naar de baardkapper. Het haarkleed wordt zorgvuldig bijgewerkt, in model gebracht, geföhnd en er gaat een zelfs een handjevol gel in. Zo zo, lekker overdreven. Net zo overdreven als de bikini die ik even later aanschaf. Het goede nieuws is dat ik überhaupt een passende bikini vind. Ach en dat het dan XXXL is, neem ik op de koop toe. Ik zoek er een paar nieuwe teenslippers bij uit -de mijne waren nog platter dan een A4tje- en ook ik kan er weer tegen aan.

Als we de op de dag van het Suikerfeest ons ontbijt eten, valt het ons op dat we Syuhada niet zien. Zij zou vandaag tot 14.00uur werken en ons na haar dienst meenemen naar haar familie. Bij navraag blijkt het om een ‘no-show’ te gaan. We zijn verbaasd en zien ons bijzondere uitje al in het suikerwater vallen. Laat ze ons nou zitten? Ik achterhaal haar nummer en stuur haar een appje. Na een poosje krijgen we gelukkig antwoord dat ze ons eind van de middag komt ophalen bij het hostel. Huh? Gewoon bij je werk waar je vanmorgen niet bent komen opdagen?! Nou ja, in ieder geval leuk dat het toch nog doorgaat. Gezien we verwachten dat het nog wel even duurt dat we eten krijgen, halen we nog een lunch bij Tomato’s. We hebben onze voederbakken amper leeg of we krijgen een appje dat Syuhada er over 20 minuten al is. Oeps, dat wordt haasten. In mooie traditionele kleding komt Syuhada, haar man en dochtertje ons met de auto ophalen. Ze legt uit dat ze tot diep in de nacht eten heeft staan bereiden waardoor ze vanmorgen te moe was om te komen werken. Op onze vraag of ze nu een probleem heeft met haar baas, antwoordt ze van niet. Ze legt uit dat het vandaag feest is en dus niemand boos op elkaar kan worden. Maar vindt ze het dan niet vervelend dat een collega op haar vrije dag uit haar bed wordt gebeld om haar dienst te draaien? Ze reageert onverschillig, “het is hoe het is.” Wij zijn verbaasd en het liefst zou ik er nog verder over in gesprek gaan. Maar ik wil ook niet veroordelend overkomen en het is ten slotte feest vandaag.
Het was trouwens een enorme denkfout om nog te lunchen, want we worden bij elk huis volgestopt met eten. Uit beleefdheid nemen we alles aan en proberen we uit alle macht alles binnenboord te houden. Maar om te voorkomen om de volledige vloerkleed inclusief oma onder te kotsen, sla ik het volgende bord toch echt af. Tot lichte ongenoegen van de gevende partij. We moeten niet zo bescheiden doen. Nou geloof me, als het om eten gaat ben ik allesbehalve bescheiden mevrouw, maar ik probeer met alle vezels in mijn lijf te voorkomen dat uw heerlijke soep verandert in een prutje dat je je de varkens nog niet wilt voeren. We gaan op bezoek bij meerdere familieleden en vrienden en overal zijn de mensen enorm gastvrij. De sfeer en het contact onderling gaat er anders aan toe dan wij gewend zijn bij gelegenheden. We zien geen hartelijke begroetingen -terwijl Syuhada vertelde dat ze sommige familie al lang niet heeft gezien en daarnaar uitkijkt- en ook geen opbouw/ afbouw van een bezoek zoals wij dat kennen. De mensen komen aan, zeggen geen gedag en gaan overal en nergens zitten, niet echt bij elkaar. Er wordt wat gegeten en ineens staan we op en gaan we weer. We kunnen niet alles verstaan -onze Maleisisch is nog niet zo goed- dus het kan zijn dat er meer gebeurd dan we nu zien. Bij ons laatste bezoekje raken we met elkaar in gesprek over het krijgen van relaties en het huwelijk. Het is een open gesprek en erg interessant om de verschillende belevingen en gewoontes aan te horen.
Na een paar uur worden we weer afgezet bij ons hostel, uiteraard nog toegestopt met een doosje vol zoete lekkernij. We zijn ontzettend dankbaar dat we dit hebben mogen meemaken! Ik bedenk me nu dat ik haar snel weer een appje zal sturen om te vragen hoe het met d’r gaat.

 Het zonnetje schijnt, het lekkere ontbijtje zit erin -ondanks het vreetfestijn van gisteren toch weer honger-, tandjes zijn gepoetst, wij zijn klaar voor een dagje autorijden. Dat is lang geleden! Leuk om weer ff achter het stuur te kruipen. Het laatste dagje op Langkawi besteden we aan de top drie bezienswaardigheden volgens Tripadvisor. Met een kabelbaan (1) naar de top van een berg met een grote loopbrug (2) en daarna naar de seven wells waterfall (3). De inspanning neemt op dezelfde volgorde toe. Een kabelbaan is maximale lazyness. De loopbrug vergt een minimale inspanning, het kost vooral moeite om mijn jurkje niet naar boven te laten wapperen (met een boxershort van Thomas eronder -tegen het welbekende schuren van de bovenbenen- waar ook nog eens een gat in zit, zal het namelijk geen fraai gezicht zijn). Lekker zwemmen bij een waterval klinkt ook nog redelijk ontspannen, maar de honderden treden ernaartoe waren afzien en volle bak zweten. Maar -let op- ik heb niet gejammerd, gezeurd of me anderszins me als een draak gedragen. Met mijn verdiende stikker op mijn voorhoofd roetsj ik dan ook met volle trots de waterval af en draai een paar zwierige rondjes in de draaikolk. Ok, ik lijk eigenlijk op een pasgeboren walrus die aan een verdrinksdood probeer te ontsnappen. We sluiten de dag -uiteraard- af bij Tomato’s, die gaan we het meeste missen van Langkawi!

Fuck! Nee, t zal toch niet echt? Hopeloos vraag ik nog aan Thomas of hij hem niet heeft meegenomen. De hele reis gebruik ik dat ding niet en zal je zien dat ík hem laten liggen. Maar ik had toch echt het stoelvak gecontroleerd, maar die was kapot, misschien is ie eruit gegleden. Hoe dan ook, de Ereader ligt nog in de nachtbus en wij zitten op de boot naar Perhentian Kecil, het derde Maleisische eiland die we bezoeken. De boot die we overigens moet verlaten om op een kleine taxiboot over te stappen. We moeten hiervoor extra betalen. Aiaiai, slecht moment kapitein. De onschuldige beste man krijgt dan ook de volle lading van onze frustratie over ‘m heen. En het heeft niet eens geholpen, ik voel me er chagrijnig door. Thomas ook. Met volle backpacks -die ineens 10 kilo zwaarder lijken- en in de brandende zon, lopen we als twee mekkerende kleuters dat strand over, opzoek naar een slaapplek. Slechter kun je het niet treffen. We zien niet eens hoe mooi het eiland is. Gelukkig is er bij de tweede guesthouse plek en kunnen we deze zoektocht eindigen. De zoektocht naar de Ereader starten we, we bellen bij een ander hotel naar de busmaatschappij. Het voelt kansloos en ze hebben hem (uiteraard) niet gevonden.

We nemen een duik en langzaam zakt de frustratie wel weer en zien we hoe mooi het eiland is. Het is een klein eilandje met een blauwgroene zee en heel veel gekleurde visjes bij de kust. We snorkelen wat rond en er kan zelfs weer een knuffel vanaf. Na een paar uur zwemmen, snorkelen en lekker eten zijn we die Ereader bijna vergeten. We wagen er nog wel een paar telefoontjes aan, maar we geloven er niet meer in. En dat is prima, we zijn nu in het paradijs. Een paradijs waar we tijdens het snorkelen grote zeeschildpadden en haaien van dichtbij zien.  

Wat loopt daar! Ik sprint naar binnen om mijn camera te pakken en Thomas ontwaakt vanuit zijn hangmatje. Wat een gigantisch beest joh, met zijn grote poten en lange staart beweegt de hagedis zich rustig voort. Ik ben alles behalve rustig, dat zoiets hier gewoon rond kan lopen. We geven onze huisdier de naam ‘Rocky’. Terwijl ik even later rustig op strand sta te genieten van het uitzicht -ik sta gewoon stil, doe écht helemaal niks-  word ik door een wesp gestoken in mijn been! Nou ja zeg, wat een brutaliteit! Nu maar hopen dat ik niet binnen het half uur lig te schuimbekken op de grond. Dat gebeurt niet, maar mijn onderbeen zwelt aardig op en ziet eruit als die van een oud omaatje. Maar ook dat neem ik voor lief, want we zijn tenslotte in het paradijs. Een paradijs waar Thomas elke dag zijn potje volleybal speelt en ik in een leuk boek -ja, een gewoon boek- verzonken ben. Een paradijs waar we duiken, alleen maar op blote voeten lopen (niet eens op slippers), leuke mensen leren kennen, Rocky ons geregeld gedag komt zeggen, alleen ’s nachts stroom hebben en waar geen internet is. Een paradijs waar we lekkere vis en steaks eten, geen tijd kennen en elke avond een vuurshow is. Een paradijs waar we ons verblijf -een primitief houten hutje en een koud waterdouche- steeds weer met een nachtje verlengen, waar Thomas nooit meer weg wil maar ik het na vijf dagen wel gezien heb. Een paradijs waar ze aan de overkant zelfs de Ereader weer terug gevonden hebben, hoe is het mogelijk! Met pijn in onze hart verlaten we het paradijs en worden we herenigd met onze Ereader dat onze hart weer doet lachen.

Heel veel liefs van ons en we willen jullie bedanken voor de leuke reacties!

Hoi oma, 

Holy moly = jeetje mineetje

View = uitzicht

Farm = Boerderij/ kwekerij

Fucking asshole = achterlijke schavuit, sorry voor het taalgebruik oma

Roomies = kamergenoten

Mede-rioolers = andere gasten die ook in dit hostel verblijven

Slang = soort spreektaal die door de jeugd verbasterd is

A bevie and a bouggie = een verbastering van ‘a beverage’ (Engels voor een drankje) en ‘a bougie’ betekent een dansje doen.

Naanbroden = platen broden met lekkere kruiden bijvoorbeeld knoflook

Lazyness = opperste staat van luiheid 

Foto’s

9 Reacties

  1. Leo:
    12 augustus 2017
    Wat een heerlijk verhaal weer! Net terug van een super vette trip naar Mexico. De ups, maar ook de eerlijke downs uit je verhaal, zijn zo herkenbaar. Super...hoort allemaal bij het reizen. Veel mooie nieuwe avonturen gewenst!
  2. Sas:
    12 augustus 2017
    Ben zo blij dat je een paar dagen in Nederland bent... Precies tijdens de verjaardag van onze lieve Bram, wat een toeval! Wat bof je dat je dit nu niet hoeft te missen... Tot vanmiddag!
  3. Linda:
    12 augustus 2017
    Wat een heerlijk verhaal weer. Super gaaf dat jullie werden uitgenodigd voor het suikerfeest. Zulke dingen maak je zelden mee. Dat paradijsje klinkt ook wel heel fijn. Mooie afwisseling van allerlei dingen in het reizen. X
  4. Cora:
    12 augustus 2017
    Ik heb weer genoten van je toffe verhaal. Het paradijs lijkt me ook wel wat, als jullie alle Rocky's met soort genoten en familie-aanverwanten even willen verplaatsen naar het naast gelegen eiland ofzo.
    Dikke knuf. X
  5. Arie:
    12 augustus 2017
    Prachtig verhaal weer. Alsof je er bij zit. Zeker ook met de foto's. Miste alleen "Ellen in haar nieuwe bikini"( grapje)
  6. Rens:
    13 augustus 2017
    Knap hoor Elle, ik geniet en beleef het helemaal met jullie mee, door de manier van jouw schrijven! X
  7. Marit:
    13 augustus 2017
    Wat schrijf je toch leuk Ellen! Ik kan de geuren bijna ruiken en de omgeving zie ik gewoon voor me! Veel plezier nog en schrijf lekker door! Maar ook erg tof dat jullie voor Rob zijn bruiloft even terug zijn gevlogen! Xx Marit
  8. Elly:
    13 augustus 2017
    Maleisie kan je ook weer afvinken en weer een stuk baard erbij, helaas, haalde die klojo van een sliedrechtse barbier er teveel af, wat jij Thomas in bijna 5 mnd gekweekt had haalde hij er voor 2 maanden weer af. De lullo. Dan toch je reis maar met extra maandjes verlengen.
    Wat zijn wespen toch nare beestjes he, wie die ooit gemaakt hebben was vast niet helemaal goed bij zijn hoofie . Fijn dat jullie deze mooie reis voor even hebben willen onderbreken voor je broers huwelijk, zo mooi, zo lief. Even een "vakantie in eigen land". De molens van Kinderdijk doen we een andere keer wel.
    Het was heerlijk om jullie weer ff te kunnen knuffelen . Volgende week op naar india, kijk al weer uit naar nieuwe verslagen. Xxx
  9. Anniek:
    23 augustus 2017
    still following... mooie gekkigheid... en wat een fokking baard..oioioi