De berg (album 84)

31 mei 2018 - Huayna Potosi, Bolivia

De voorbereiding
De berg Huayna Potosí. Een flinke unit vlakbij La Paz met een top op 6088 meter boven zeeniveau. Voor veel mensen een onbegonnen klus, maar ik denk dan meteen (eigenwijs als ik ben), die ga ik gewoon ‘even’ beklimmen. Vrienden en oud-collega’s hebben ervaring met deze berg en vertellen mij dat het een pittige berg is om op te komen maar wel heel tof. Je moet namelijk aan de bak met crampons (klimijzers) en ijsbijl, iets waar ik geen ervaring in heb…
Hoe dit dan vervolgens gaat bij het uitzoeken van het juiste bureau is als volgt. We moeten sowieso met cash betalen, dus gaan we eerst pinnen. Daar staat een willekeurige Groninger naar ons te luisteren en vraagt nieuwsgierig in het Engels aan Ellen welk accent ze uitkraamt en waar we waar we vandaan komen? Hij denkt te horen aan dat we uit IJsland komen, hij vindt het een onbekende taal. Haha. Zodra we hem -in het Nederlands, want dat konden we weer aan zijn accent afleiden- vertellen dat we uit Holland komen is hij verbaasd.
Hij blijkt ook deze monster van een berg te willen beklimmen en heeft veel research te hebben gedaan naar een goede organisatie. Dat komt mooi uit, ik wil me graag bij zijn wandelclub aansluiten. Ik kan zo met hem meelopen naar het bureau om daar ook te reserveren voor aanstaande vrijdag.

Zogezegd, zo gedaan, tien minuten later boek ik de zwaarste tocht van m’n leven. Dan moet ik kleding passen die we nodig hebben op de berg. Bivakmuts, dikke winterjas, warme wandel/skibroek, ijsschoenen en het advies om voor aanstaande zondag drie lagen broeken aan te kunnen doen. Het kan nog wel eens koud zijn op de berg. Ook moeten er snacks meegebracht worden die je kunt eten midden in de nacht wanneer je naar boven probeert te lopen.

Oefening baart kunst
De bewuste vrijdag begint om 9.00 uur, we verzamelen ons bij het toeristenbureautje. Dan worden we met totaal zes klimmers, drie gidsen, één kok en de conductor (chauffeur) in een klein minibusje geprakt. Met de bagage op het dak en zijn we onderweg naar het base camp, 4700m boven zeeniveau (let op, de top van de Mont Blanc is slechts 108m hoger).
Na een kleine twee uur rijden zijn we aangekomen voor een voortreffelijke lunch in ons eerste hostel. We krijgen veel cocathee en spaghetti, want vanmiddag moet er flink geoefend worden. Op de plaatselijke gletsjer wennen we aan het wandelen op ijs/sneeuw en met crampons en ijsbijl. Daarbij is het ook goed om nog wat lichamelijke inspanning te leveren op de hoogte om te wennen aan het gebrek aan zuurstof.

Tijdens het oefenen mogen we proberen om een verticale ijswand te beklimmen. Gewapend met twee ijsbijlen en de crampons proberen we ons zeven meter de lucht in te werken via deze ijswand. Dit is veel lastiger dan je denkt en na een aantal pogingen van mijn medeklimmers houden ze het soms al na drie meter voor gezien. Maar gezien ik een ‘De Vilder’ ben, doe ik er natuurlijk alles aan om die top gewoon even te fixen. Ik bedoel, als ik even m’n best doe met springen dan ben ik al bijna op de helft met m’n ijsbijlen. Zo moeilijk kan het niet zijn denk ik nog. Nou dat is het dus wel. Je crampons moet je snoeihard in het ijs beuken om een beetje op te kunnen blijven staan. En ook al is het voor mij een eitje om die ijsbijl goed in dat ijs te planten, het probleem is dan om hem er weer uit te krijgen. Dit kost veel meer energie dan verwacht. Toch lukt het mij redelijk vlot om de top te halen en kan ik gaan abseilen langs de wand. De gids die mij zekert vliegt drie meter de lucht in op het moment dat hij mij laat afzakken. (Zal wel iets te maken hebben met de extra reiskilo’s die ik erbij gedronken heb het afgelopen jaar en dat hij nog geen 1.60m is).
Na het oefenuurtje kunnen we terug naar het hostel voor nog wat meer cocathee en een potje kaarten.

Dag des oordeels
De dag des oordeels is eigenlijk dag twee en drie aan elkaar geplakt. Het beklimmen van de top van de berg gebeurt namelijk vooral ’s nachts. Dag twee begint met een wandeling richting het ‘high camp’ op 5130 meter. Een wandeling van twee uur, waarin er flink stijl geklommen wordt over rotsen. Bij aankomst in het high camp krijgen we wederom een sloot cocathee wat helpt bij het wennen aan de hoogte. We spelen wederom minimaal 25 potjes kaart om de tijd te doden tot we om 18.00uur naar bed mogen. We moeten namelijk om klokslag middernacht weer opstaan om ons klaar te gaan maken voor de klim naar de top. Mijn ‘champions team’ bestaat uit de net afgestudeerde Groninger en een in Sydney wonende professor Engels.
Omdat we allemaal nog even rustig cocathee wilden drinken vertrekken we pas rond 1.30uur richting de top, ruim een half uur later dan de andere teams. Echter zijn we natuurlijk fitte jonge honden en zijn we erop gebrand om de top voor zonsopgang (6.30uur) te bereiken. Dus zetten we flink de pas erin en halen we het ene na het andere team in. Eenmaal boven de 5500m heb ik na elke veertig stappen een korte time-out nodig om op adem te komen. Desondanks zijn we goed op weg om het eerste team te zijn wat de top gaat bereiken. Nu alleen de laatste 200 meter nog lopen over de richel en we zijn er. Maar echter blijkt deze laatste meters het engste van allemaal. De richel waar we overheen moeten lopen met crampons en ijsbijl is op sommige stukken niet veel breder dan 30 centimeter (!) en de afgrond is gruwelijk stijl. Gezien onze vermoeidheid is dit een linke bedoening. Sommige stukken worden op handen en knieën voortgezet maar omstreeks 6.30uur zijn we als eerste team op de top! Het uitzicht over La Paz is prachtig omdat er overal lampjes aanstaan.
De zonsopgang is helaas best suf omdat de onweerswolken de mooie lucht verpesten. Toch kunnen we er niet mee zitten en maken we als een dolle zo snel mogelijk veel foto’s. De afdaling terug naar het high camp gaat ook zeker nog drie uur duren en het gebrek aan zuurstof zorgt ervoor dat iedereen toch wel snel terug wilt.

Op naar het overwinningsbiertje
De afdaling lopen we als een stel beginnende padvinders. Alle andere teams lopen ons fluitend voorbij, terwijl wij bij elke stap kreunen en steunen. De Groninger ziet groen en geel en geeft aan dat ik maar beetje moet opletten of hij niet te veel begint te zwalken. Ondertussen heb ik totaal geen gevoel meer in m’n benen en heb nog steeds veel pauzes nodig om controle te houden over de afdaling. Halverwege bedenk ik dat het harnas rondom mijn benen (waaraan we allemaal aangelijnd/ gezekerd zijn) misschien wel wat losser kan. En ja hoor, daarna krijg ik weer gevoel in m’n benen terug. Het lijkt erop dat het harnas de boel flink afgekneld heeft. De laatste 300 meter worden in een beter tempo afgedaald en dan is daar bijna het toetje. Nog even kwartiertje klimmen en klauteren over grote rotsen en keien. Uitgeput komen we rondom 10.00 uur weer terug in het high camp en kunnen we eindelijk even languit liggen en aansterken met een kopje soep en wat cocathee.

De laatste afdaling, richting het base camp, verloopt een stuk soepeler na het uurtje rusten. Muziekje in m’n oren en stoempen maar. Daarna prakken we onszelf weer in de minibus en is het terug karren naar La Paz. We drinken nog een aantal overwinningsbiertjes en houden het daarna voor gezien. Mijn lijf schreeuwt om een warme douche en rust. Wat een intense tocht, maar wat tof om dé berg te hebben beklommen.

Groet, Thomas



Lijstje voor de oma’s:

- Crampons = ijzeren aanzetstukken met scherpe klauwen om te kunnen lopen op ijs en sneeuw

- Stoempen = lichamelijk hard werken om iets te doen als bergbeklimmen en afdalen

Foto’s

5 Reacties

  1. Elly:
    31 mei 2018
    Chappeau hoor Thomas 👏👍💪 ik ben trots op je.
    Niet zomaar iets zo'n berg beklimmen, bedwingen en dat zonder ervaring.
    Weer eentje die jij je lang zult blijven herinneren.😘
  2. Dominique:
    31 mei 2018
    Waar die Vilder-genen toch al niet goed voor zijn.... 😣😄 super trots op je kerel 👍👊💪👏
  3. Gert-Jan:
    31 mei 2018
    1388 zuurstofarme hoogtemeters en nog eng ook, bravo!
  4. Linda:
    1 juni 2018
    Wow bikkel! Klinkt heftig. Maar echt tof dat je het gehaald hebt!
  5. Arie:
    1 juni 2018
    Ben elke keer weer verbaasd