Kotsen, kadootjes, en de kloterige camerakiller (album 83)

30 mei 2018 - La Paz, Bolivia

Kotsen
Het derde veel te blije schaap aan de overvolle ontbijttafel kijkt me aan en stelt de intelligente vraag waar ik vandaan kom, gevolgd met hoelang ik al aan het reizen ben. Ik kijk terug, net iets te lang. Want ik denk, je ziet toch dat ik eruit zie alsof ik overreden ben door een tuktuk, praat als een hese callgirl die verslaafd is aan zware shag en dus niet zit te wachten op een vraag van jou?! Maar -sociaal aangepast als ik ben- geef ik braaf en zo kort mogelijk antwoord waarbij ik elk zinnetje eindig met een hoestbui waarbij er stukjes ei op haar broodje belanden. Dat helpt. Zij went zich binnen no-time tot iemand die haar aandachtsgeilheid wél wil bevredigen. Mooi. In anderhalve minuut werk ik een half broodje weg en hou ik het voor gezien. Snel terug naar mijn bed, want ik ben hondsziek.
Als ik net lekker lig komt er weer een hoestbui op, dat is elke keer zo. Steeds als ik begin of stop met bewegen gaan mijn hoestspieren protesteren. Zo heftig dat ik ervan moet kotsen. En ook al is het dus zo voorspelbaar, deze keer ben ik te laat. Sowieso is de badkamer halen kansloos, maar ook het prullenbakje staat nu net te ver buiten bereik. Dus retourneer ik mijn verzuurde ontbijt over mijn voeten en slippers. Hìlluk. Maar in feite is dit goed nieuws, want ook al brandt er een brokje ei in mijn linker neusvleugel, ik krijg weer lucht. Én het is nog goed voor de lijn ook! Een ander voordeel is dat Thomas er niet is, die is een paar dagen de berggeit aan het uithangen. Dan zou je kunnen denken dat het toch helemaal niet fijn is om alleen te zijn in een vreemd land tijdens je ziekbed. Maar het tegendeel is waar, ik vind het ideaal. Zo kan ik nu ongeremd zielig zijn, onbeperkt steunen en kreunen. Ook kan ik gewoon tien minuten wachten met het opruimen van mijn braaksel, zonder dat Thomas dat vies hoeft te vinden. Ja, natuurlijk is dat smerig en het gegeven dat ik al twee dagen niet gedoucht hebt draagt ook niet bij aan de broodnodige hygiëne. Soms is het niet anders, ik heb er simpelweg de energie niet voor. Het enige wat ik doe is in bed liggen, appen met mensen die ook niks beters te doen hebben, hoesten, kotsen en uitijken naar het volgende eetmoment.
Want, honger heb ik altijd, zelfs als ik koorts heb dus. Toen een paar jaar geleden mijn keelamandelen eruit moesten zei de dokter dat ik twee weken niet echt kan eten, hooguit wat yoghurt en ijsjes. Dat zou niet erg zijn, want ik zou immers geen honger hebben vanwege de pijn en me beroerd voelen. Nou, dat was bij mij mooi niet het geval. Ja, ik had megaveel pijn en ja, ik voelde me beroerd, maar mijn eetlust is met niets te temmen.
Dus, ik ben weer in opperste stemming als ik mijn culinaire lunch kan gaan bereiden. Een instant noodlesoep. Thomas had nog even gauw een paar van die bekers chemische soep voor me gehaald voordat ie wegging. Handig, want daar hoeft alleen maar gekookt water bij en smullen maar. Als hoofdgerecht neem ik mixed pill (i.p.v. grill, leuk woordgrapje he?) en een heerlijk glaasje slijmoplossend water, je weet wel met zo’n zakje poeder erdoor. Een koningsmaal. Die bekers van de noodlesoep zijn overigens multifunctioneel. Want als ik na het eten weer ‘ns moet lachen om een (app)grapje van mezelf, en dus moet hoesten en dus overgeven, kan ik zo die beker weer hervullen. Die ruim ik overigens wel zo snel mogelijk op, het is namelijk lastig het verschil te zien tussen ‘verse’ noodlesoep en mijn maagcreatie. En het zou pas écht een ranzig verhaal worden als ik per ongeluk kokend water op de verkeerde beker giet…

Kadootjes
Na een paar dagen van koorts, kotsen en kleinzerig doen vind ik het tijd om in actie te komen. Vandaag ga ik kadootjes zoeken voor het lieve thuisfront. Dus hijs ik me uit bed en sleep me naar de douche. Waar ik overigens zo lang ondersta dat mijn telefoon mijn vingerafdruk niet eens meer herken. Mijn meurende hotelkamer krijgt ook een opfrisbeurt. De lakens gaan aan de waslijn, alle vuilnis wordt vakkundig verwijderd, rondslingerende kleding ruim ik op en de ramen zet ik even lekker tegen elkaar open. Na elke actie moet ik op adem komen, maar het valt niet eens tegen.
In tegenstelling tot het lopen in het centrum. Als ik een heuveltje oploop moet ik elke vier meter stoppen om naar lucht te happen. Ik word ingehaald door een opaatje van minstens 80 met één been (echt waar). Nu wil het geval dat hier nogal veel heuvels zijn, eigenlijk is er geen straat die wel vlak is. En La Paz dat op een hoogte van 3650 meter ligt, helpt qua zuurstofverstrekking ook niet mee. Nee, mijn energie haal ik vooral uit de kick dat ik allemaal leuke kadootjes vind. Voor de meesten loop ik tegen dingen aan waarvan ik denk, dát is echt wat voor diegene. Dus een eindeloze zoektocht waarbij ik uit wanhoop maar iets onzinnigs of stoms koop, blijft me bespaard. Daar zit ten slotte niemand op te wachten. De andere kant van het verhaal is wel dat ik voor sommigen dan ook niks heb gekocht. Sorry.
Mezelf sla ik overigens niet over. Ik stuit namelijk op een kleed voor aan de muur met daarop twee Indianen. Prachtige kleuren en ik vind het mooi dat het echt iets van hier is. Die wil ik. De verkoopster probeert me een ander kleed aan te smeren, eentje waar ze niet d’r halve winkel voor hoeft af te breken. Het kleed hangt namelijk hoog aan de muur met daaronder een stellage en daarvoor weer een tafel vol verkooptroep. Alles moet aan de kant om mijn felbegeerde kleed te kunnen pakken. Ze lacht als een boer met kiespijn en gaat aan de slag. Ik help haar en uiteindelijk kan ik met een stok het wandkleed naar beneden halen. Haar totale winkel staat op z'n kop, dus nu is het de prefecte timing voor de onderhandeling, hehe. Voor minder van de helft van de prijs loop ik tevreden met het kleed de ontplofte winkel uit. Ik had nog aangeboden om te helpen de ravage te herstellen, maar daar zat ze duidelijk niet op te wachten. Waarschijnlijk haat ze me.

R.I.P.
Haat wordt het thema van de rest van de middag. Ik ga namelijk mijn geopereerde Nikon ophalen bij de reparatiewinkel. Drie dagen geleden heb ik hem daar bij de dokter afgeleverd, vanwege een haperende lens met wat vuiltjes erop. Na de diagnosestelling is er een behandelplan opgesteld en ik betaal alvast een deel vooruit.
Verheugd op het weerzien van m’n maatje ga ik vol goede moed naar de winkel. Helaas brengt de chirurg mij direct het slechte nieuws, de operatie is niet geslaagd. Hij overhandigt mij m’n camera en ik weet dat ik zijn beperkingen dan maar moet accepteren. Het is wat onhandig, maar te doen. Echter als ik hem begroet, krijg ik geen respons, dat is niks voor Nikon. Wat ik ook doe, ik krijg hem niet aan de praat. Ook zie ik dat zijn lens helemaal scheef in zijn lijfje zit. Meteen sta ik op mijn achterste poten, hij is dood!
Ik bracht hem weg met enkel een lui ooglid en een vuiltje in zijn oog en krijg hem morsdood terug. Sterker nog, later blijkt ook dat zijn waardevolle orgaantjes er uitgehaald zijn! Harteloze zak deze dokter. Hij ontkent overigens zijn aandeel, hij zegt dat de camera het al niet meer deed toen in hem bij hem afleverde. Nou, ik heb gelukkig nog foto’s gemaakt in de winkel, dus die vlieger gaat mooi niet op, hufter.
Hij stelt voor mij een andere camera te geven, wat ik best een charmante oplossing vind. Totdat hij schaamteloos zegt dat ik er wel de volle pond voor moet betalen! Wat?! Eerst vermoord je mijn allerliefste, roof je hem leeg, wil je de aanbetaalde zorgkosten niet terugbetalen, om me vervolgens doodleuk een veel te dure replica camera -vol Chinese troep- aan te smeren. Waar haal je het lef vandaan, joh kloterige camerakiller!   Ik ben furieus. Nou, daar komt ie na een paar minuten dus ook op terug. Met verheven stem -die me overigens af en toe in de steek laat- scheld ik zijn huid vol. “Puta Madre!” -dat is het enige wat ik ken in het Spaans- en ik schop tegen zijn vitrinekast. Gelukkig stompt hij mij niet in elkaar en kiest ie ervoor om mij mijn geld terug te geven. Hij smijt de geldbriefjes naar me toe en wuift mij woedend weg. Ik gris de Bolivianos bij elkaar en verlaat met mijn levensloze Nikon en tranen in mijn ogen de winkel. “Fuck you all!” roep ik nog hard en daarna maak ik maar dat ik wegkom.
Wat nu? Ik ga naar een reisbureau waarvan ik weet dat ze Engels spreken. Alsof ik mijn verhaal doe bij mijn moeder, heb ik de behoefte om intens hard te huilen. Ik voel me zo genaaid, een heus slachtoffer. Maar ik hou me in en ik leg fluisterend uit -mijn stem heeft me inmiddels helemaal verlaten- wat me overkomen is. Hij is lief, luistert naar me, haalt een glaasje water voor me en geeft me ouderlijk advies. Het is oppassen geblazen dat ik nu niet verliefd word op mijn redder in nood, mijn prins op het witte bureau.

Doodop
Het advies luidt; maak een foto van de winkel, laat je verhaal vertalen in het Spaans en doe aangifte. Hij waarschuwt me daarbij dat ik daar niet teveel van moet verwachten. Vaak hebben ze geen zin in dit soort knullige zaakjes en moet je betalen om ze in actie te krijgen. Toch wil ik het een kansje geven, ik heb tenslotte een aangifterapport nodig voor mijn reisverzekering. Maar niet nu meteen, het politiebureau is al dicht, ik heb honger en mijn energielevel is gedaald tot onder het nulpunt.
Dus strijk ik neer bij een Nederlands restaurantje waar ik vorige week met Thomas hutspot en een gehaktbal gegeten heb. Ik bestel een uiensoep en probeer weer een beetje bij te zinnen te komen. Wat een dag. Ik ben doodop. Met trots kijk ik naar mijn kadootjes en aanwinst, daar word ik weer wat blijer van. Na het eten spring ik in een taxi om terug naar mijn hotel te gaan. Shit, mijn telefoon is leeg -ook dat nog- hoe leg ik uit waar mijn hotel is? Gelukkig vind ik een stadskaartje in mijn rugzak en kan ik me de straatnaam nog herinneren, pfieuw. Eenmaal thuis poets ik meteen mijn tanden en duik mijn bed in, het is nog geen 20.00 uur, maar ik vind het welletjes voor vandaag.

Klassiekertje
In een ruk slaap ik door en word ik met een open neus wakker, een verbetering van jewelste. Uiteraard heb ik weer honger en verlang naar mijn ontbijtje. Maar de weet dat er weer acht vraaggrage medereizigers aan tafel zitten, maakt me huiverig. Toch maar gaan. Godzijdank zit er maar een schaap aan tafel. En ik kan me geluk niet op als het een autist blijkt te zijn, een klassiekertje. I.p.v. een heel vragenvuur als reactie op mijn mompelende ‘Good morning’, gaat hij heel hard op zijn stoel wiebelen, knippert debiel vaak met zijn ogen en zegt dus niks terug. Kijk, die snapt het tenminste. Precies waar ik naar verlang, een contactgestoorde die feilloos aanvoelt wat ik nodig heb. Hoezo kunnen autisten zich niet sociaal aanpassen? Juist wel!
In alle rust geniet ik mijn ontbijtje en maak plannen voor vandaag. Het is zondag, dus aangifte doen gaat ‘m niet worden. Dus ga ik leukere dingen doen, ik zoek het e.e.a. uit over mountainbiken over de Deathroad, ik boek een tripje naar het o zo mooie Pampas en kijk uit naar Thomas zijn thuiskomst. Ik ben benieuwd naar hoe zijn bergklim avontuur geweest is. Daarover meer in het volgende verhaal, geschreven door de avonturier himself!

Liefs van ons!


Lieve oma, eerder schreef ik dat het niet goed gaat met oma Kalis. Helaas is ze afgelopen zaterdag overleden. Een droevige gebeurtenis en o zo moeilijk om dan zo ver weg te zijn. Toch heb ik gekozen om de reis af te maken en niet naar de uitvaart te komen, wat we drie weken geleden bij de oma van Thomas wel hebben gedaan.
Ik denk veel aan oma en heb een heel stuk over haar geschreven die ik na de uitvaart op de site zal plaatsen. Toch genieten we de afgelopen week zeker nog wel en de komende 12 dagen zijn we dat van plan ook nog te gaan doen, zodat we deze reis zo fijn mogelijk kunnen afsluiten. Extra dikke knuffel voor u! X

- Callgirl = een dame die je kunt bellen voor een erotisch avontuurtje

- Mixed Pill = gemixte pillen (dyclofenac, maagbeschermer, vitaminepil). Een mixed grill is een Grieks gerecht waar je gemixte stukjes gegrild vlees krijgt.  

- Kick = oppepper/ impuls

- R.I.P. = afkorting van rest in peace, wat Engels is voor Rust in vrede.

- Nikon = het merk van lieve fotocamera

- Replica = namaak

- Camerakiller = camera moordenaar

- Puta Madre = laten we het er maar op houden dat het een flink Spaans scheldwoord is…

- Bolivianos = munt eenheid van Bolivia

- Fuck you all = zak allemaal in de stront (ongeveer)

- Deathroad = betekent letterlijk ‘dodenweg’, het is een gevaarlijke weg in Bolivia waar tot 2006 nog zo’n 300 dodelijke ongelukken per jaar plaatsvond. Over die weg hebben we gefietst, maar het is lang niet meer zo gevaarlijk hoor en allemaal goed gegaan. Over twee verhalen kunt u erover lezen.

- Pampas = een prachtig natuurgebied in de Amazone met mooie dieren en bijzondere vogels. Een soort Biesbosch, maar dat mag ik van Thomas niet zeggen, dat klinkt zo verwend. Hierover dus ook meer in een ander verhaal.

Foto’s

5 Reacties

  1. Henny:
    30 mei 2018
    Ah ik heb met je te doen zonder je mannetje. Toch blijf je een rockbitch die doorgaat💋ik hoop dat jullie snel weer samen door kunnen gaan. Hopelijk tot snel👄👄
  2. Sas:
    30 mei 2018
    Ja joh... omaatje😢 Het laatste deel van jullie reis is aangebroken. Nog bijna 2 weken te gaan, voordat je in jullie eigen huis weer lekker aan de poets mag!! 😘
  3. Elly:
    31 mei 2018
    Ziek, alleen, genaaid, valt niet mee he meisje. En dan lief omaatje overleden, verdrietig, gelukkig is Thomas er dan weer om je te troosten. Mooi verhaal voor oma en dan nog nog geen 2 weken dat wij jullie in onze armen kunnen sluiten. Ondanks dat de omaatjes er niet meer zijn probeer je reis mooi af te sluiten. Dag lieverds 😘
  4. Linda:
    1 juni 2018
    Ach, wat zielig. Echt niet leuk om ziek te zijn. En wat een lul van een camerakiller! Gelukkig heb je het overleefd en op naar leukere dingen. X
  5. Arie:
    5 juni 2018
    Oh wat een mooi verhaal over die kots. Ik ken er ook maar één die dat zo kan verwoorden. De zure lucht was te ruiken.